Erik Kraaij gaat met pensioen en laat mooi resultaat achter

Eind augustus 2025 gaat Erik Kraaij met pensioen. Hij is dan 5 jaar en 6 maanden de programmamanager van het Informatiehuis Water geweest. Of beter gezegd; de drijvende en verbindende kracht achter het Informatiehuis Water en daarmee ook achter de verbetering van de uitwisseling van waterinformatie in Nederland. Erik kijkt tevreden naar het Informatiehuis Water dat er nu staat: “Het is een club mensen geworden die ertoe doet, die gezien wordt en die gewaardeerd wordt. Het is een mooi moment om het stokje over te dragen.”

Bouwen aan het Informatiehuis Water

Begin 2020, vlak voordat de coronapandemie uitbrak, werd Erik door Gerard Smits* en Martin Kuipers** gevraagd om het programmamanagement van het Informatiehuis Water op te pakken. Op dat moment werkte hij aan de start van het programma Innovatie en & Digitale Transformatie bij het Waterschapshuis.

Erik’s ervaring met de opzet van programma’s en zijn vermogen om verbinding en draagvlak te creëren, maakte hem tot de ideale kandidaat voor deze functie. Zijn opdracht: Bouw aan het Informatiehuis Water. Zorg voor meer draagvlak bij de waterschappen, Rijkswaterstaat en de provincies en breng verbetering aan in de personele onderbezetting en werkdruk bij de mensen.

  • Gerard Smits is Secretaris-Directeur van Het Waterschapshuis
  • Martin Kuipers is Secretaris-Directeur van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en namens de waterschappen voorzitter van het Directeurenoverleg Informatiehuis Water

Verbetering én verandering

Met die opdracht ging Erik op 1 maart 2020 aan de slag en nu, vijf jaar later, staat er een andere en vooral sterk verbeterde versie van het Informatiehuis Water, dat waterdata toegankelijk en bruikbaar maakt voor beleidsmakers en waterbeheerders. In die periode hebben twee belangrijke ontwikkelingen de positie van het Informatiehuis Water beïnvloed. “Voor de Kaderrichtlijn Water zijn onze informatieproducten veel belangrijker en politieker geworden,” vertelt Erik. “In 2020 speelde dat nog helemaal niet en leek 2027 heel ver weg. We zijn weliswaar niet de broneigenaar van waterdata, maar liggen nu wel veel meer onder een vergrootglas en er worden ook veel meer data van ons gevraagd.” Daarnaast is het Informatiehuis Water in de breedte gegroeid omdat de watersector niet alleen behoefte heeft aan gegevensuitwisseling over waterkwaliteit maar ook over waterveiligheid en droogte.

Erik: “Bovendien zijn we in staat gebleken om ons takenpakket uit te breiden met een vernieuwingscomponent voor onze standaard en portalen. In 2020 was onze hoofdtaak vooral om te beheren wat er was. Over het Waterkwaliteitsportaal, bijvoorbeeld, hadden we toen bijna wekelijks crisisoverleg. Het is heel goed dat de opdrachtgevers gekozen hebben voor investering in de doorontwikkeling van het Waterkwaliteitsportaal. Dat staat er nu en dat is een succes. Samen met de positieve beoordeling van het Informatiehuis Water als geheel, in de evaluatie van afgelopen zomer, kijk ik daar met heel veel met plezier op terug.”

Mensen maken het Informatiehuis Water

Het verbinden van de samenwerkingspartners en het stimuleren van samenwerking heeft Erik enorm veel energie gegeven: “Omdat je ziet hoe dat bijdraagt aan efficiënter waterbeheer, maar vooral ook omdat het Informatiehuis Water een club mensen is geworden die ertoe doet en die gezien wordt. Dat is een belangrijk verschil met toen en dat is ook wel wat ik wilde bereiken. Ik heb geen verstand van data en IT maar ik zag in 2020 wel meteen dat het Informatiehuis Water nuttige dingen deed waar de waterschappen, de provincies en Rijkswaterstaat veel baat bij konden hebben. Maar dan moesten ze wel investeren in goeie mensen, deskundigheid en langjarige detachering.”

Het geeft Erik veel voldoening te zien dat het gelukt is dat met de partners te realiseren. “Uiteindelijk zijn het de mensen die het Informatiehuis Water maken. Het is fijn te zien dat de mensen nu lekker in hun vel zitten, de goede dingen doen en waardering krijgen. Ze hebben het druk maar ze kunnen ermee omgaan en de druk van voortijdige terugkeer naar de moederorganisatie is eraf. Je ziet dat de mensen gedijen en daarmee gedijt het Informatiehuis Water. Dat is het belangrijkste.”

Deskundigheid en samenwerking

Eind augustus 2025 stopt Erik en draagt hij het stokje met een gerust hart over aan een nieuwe programmamanager. Hij denkt dat partijen nu hebben gezien wat de meerwaarde is van deze samenwerking en wat dit voor hen kan betekenen. “Ik denk dat het Informatiehuis Water nu goed op de kaart staat en dat nu geleidelijk het beeld gaat ontstaan dat meer taken en opdrachten vanuit de partners naar IHW kunnen,” zegt hij. “We hebben laten zien dat we het kunnen, dat wij over de juiste mensen en deskundigheid beschikken. We hebben laten zien dat samenwerken werkt.”

Een andere sleutel voor het succes is volgens Erik de organisatievorm van het Informatiehuis Water. “Een samenwerkingsprogramma staat dicht bij de partners,” zegt hij. “Het is een verlengstuk van de eigen organisaties. Daardoor hebben we, anders dan bijvoorbeeld bij een stichting of gemeenschappelijke regeling, geen gedoe over wie er in het bestuur moet, wie zeggenschap heeft en waar we het personeel moeten onderbrengen. Ik denk dat partijen steeds meer zijn gaan zien dat het handig is om deskundigheid te concentreren en qua governance niet te ingewikkeld te maken. Hou het klein en toegespitst, dat is eigenlijk de kracht en de oplossing. In deze vorm heeft het Informatiehuis Water een mooie toekomst.”

En dan nu met de krant achter de geraniums?

Erik lacht: “Daar plaag ik mijn vrouw wel eens mee, maar nee, ik kan niet stilzitten. Ik heb het verzoek gekregen van waterschap Rivierenland om een dijkversterkingsproject af te maken, dus dat ga ik doen tot halverwege volgend jaar. Daarnaast ben ik vicevoorzitter van het landelijke Koninklijk Nederlands Korfbalverbond en ga ik namens een aantal sportverenigingen de projectleiding voeren voor de realisatie van een sportpark in Delft.”

Maar het meest bijzonder is Erik’s nieuwste carrièremove; hij is fietsenmaker geworden! “En daarmee ben ik nu eigenlijk geworden waarmee ik mijn carrière zou zijn gestart,” vertelt hij cryptisch. “Toen ik ooit in militaire dienst moest, kreeg ik het aanbod om een niet-parate functie te vervullen. Daarvoor moest ik bij een opleidingscentrum, ergens op de Veluwe, zorgen dat fietsen goed onderhouden werden. Dat wilde ik wel want dan hoefde ik niet naar Duitsland. Alleen bleek het uiteindelijk geen fietsenstalling te zijn; ik moest de wapenkamer beheren. Toen ben ik dus géén fietsenmaker geworden! Maar nu kreeg ik het verzoek om als vrijwilliger bij een dagopvang mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt te begeleiden bij het maken van fietsen. En dat doe ik nu elke vrijdag; banden plakken, de mensen wat leren, hartstikke leuk en dankbaar. Dan realiseer je je ook hoe bevoorrecht je bent en hoeveel hulp er nodig is van vrijwilligers.”

Kortom, Erik gaat zich niet vervelen. “Maar,” zegt hij, “méér moet het niet worden, want het moet niet op werk gaan lijken!”

Erik, we wensen je alvast een fijne pensionering. Geniet ervan!

Erik op een school in Zuid-Afrika
Erik op een school in Zuid-Afrika

Waterinfodag 2025

Een mooie gelegenheid om Erik nog vóór zijn pensionering te spreken, is er op de Waterinfodag op 27 maart in 's-Hertogenbosch! Heb je je al aangemeld?

Kijk voor meer informatie op Waterinfodag 2025 | Informatiehuis Water.